Gerben D.
Wijnja
Amsterdam
1
|
2
|
3
|
4
|
5
|
6
|
7
|
8
|
9
|
10
|
11
|
12
|
13
|
14
|
15
|
16
|
17
|
18
|
19
|
20
|
21
|
22
|
23
|
24
|
25
|
26
|
Hieronder een selectie van mooie plaatjes oud Amsterdam. In mijn ogen is
het een prachtige stad met een rijke geschiedenis. De plaatjes zijn een
voltooid verleden tijd. Wel hoop ik nog eens uitgebreid de meest
schilderachtige hoekjes van de stad te mogen fotograferen.
|
Een
knipsel van Anton Pieck, het begin van een verzameling.
In de jaren zeventig wees
mijn moeder mij op een artikel in haar weekblad Libelle. Het ging over
Anton Pieck. Ik was meteen onder de indruk en wilde meer over die
schilder weten. Dus schreef ik een brief naar de redactie van Libelle.
Een poosje later kwam er een envelop met antwoord terug. Ja, er kwam nog
datzelfde jaar een groot boek uit met platen van deze kunstenaar. Ik was
dolenthousiast en kon nauwelijks wachten. Het werd het begin van een
rijke collectie boeken over deze meesterschilder. Alles wat ik tegenkwam
knipte ik uit en dat kwam in een plakboek terecht. Onlangs kwam dat boek
van zolder. Mijn oog viel meteen op die bijzondere plaat van de apotheek
met de gaper. Dat was Amsterdam, zoals ik het in m’n dromen voor ogen
toverde. In Joure, mijn geboorteplaats, werd mijn oog ook altijd
getrokken naar eenzelfde soort gevelversiering. Maar er was meer. Het
winterse sfeerbeeld en de schitterende panden. Ik ging van die panden
houden, van het werk van de kunstschilder die zelfs ’s zomers in z’n
atelier trouw winterland- schappen zat te schilderen, van ’s morgens
tien tot ’s avonds tien, zeven dagen per week. Wow. Pieckfijn!
Klotsend en wiegend
schuift de toeslee door de straat. Een verkouden heer met hoge hoed
keurt het gevaarte geen oog waardig. Hij heeft genoeg aan zijn snotdoek
en het drankje in de fles, die opzichtig uit de mantelzak steekt. De
apotheker heeft hem aan zijn medicijnen geholpen. Aan de andere kant van
de straat een andere zaak met medicijnen: fruitwinkel De Drie Rapen,
goed voor alle nodige vitaminen. Een deftige dame met pofmouwen schrijdt
voorzichtig voort, ervoor wakend dat ze niet zal vallen. Dat zou
ongepast zijn. Achter haar het grote gevaarte, het sleepkoetsje met
ervoor een trouwe viervoeter. De witte knol heeft in winters Amsterdam
wel eens beroerder dagen gekend. In de sneeuw schuift het stukken
lichter. De voerman hoeft slechts de leidsels losjes in zijn linkerhand
te houden en de zweep in zijn rechter blijft zo te zien ook ongebruikt.
Dat is buiten het sneeuwseizoen wel anders. Dan komt de smeerlap eraan
te pas, een met vet ingesmeerd stuk deken waarmee de glijders beter over
de kinderhoofdjes schuren en schokken. En langzaam schommelt het koetsje
verder met aan boord een deftig dametje van gegoede huize dat zich dit
vervoer kan veroorloven. Zich bewust van haar positie staart ze voor
zich uit en keurt ons geen blik waardig.
De komst van de
eerste toeslee zou te maken hebben met rijverboden die de stad in de
17de eeuw uitvaardigde. Zo is er in 1670 reeds sprake van een toeslee en
het toch wat lompe vervoermiddel met slepersknol heeft het straatbeeld
mede bepaald tot 3 april 1873: de komst van de paardentram.
Een impressie bij
een prachtige prent met een echt Amsterdams sfeertje uit vervlogen
tijden van Anton Pieck die ik in m’n plakboek terugvond. Let ook eens
op de talrijke uithangborden en op het poortje. We zien het dametje
slechts door het portierraampje en ze heeft vast een stoof onder haar
voeten zodat de warmte vandaar onder haar rok en mantel opstijgt. En
buiten voel je de kou. De kou die elders in de stad door kieren en gaten
van sloppen en stegen de huizen binnendringt.
|
Stadsleven
tegen het midden der 19e eeuw
Voor
de schoolplaat is gekozen voor een hoekje van de Herengracht en de
Leidsegracht in Amsterdam waarbij de tekenaar, de bekende illustrator
J.H. Isings, zo natuurgetrouw mogelijk het stadsleven tegen het midden
van de 19e eeuw in beeld heeft gebracht. Voor het ontwerpen maakte de
tekenaar gedegen studie aan de hand van almanakken en modejournalen uit
de jaren 1840-1950. Daarnaast werden de nodige boeken geraadpleegd. |
Handleiding Stadsleven tegen
het midden der 19e eeuw
De schoolmeester had een 36 pagina's tellende informatieboekje om zich
terdege op de inhoud van de schoolplaat voor te bereiden.
De plaat Stadsleven tegen het midden der 19de eeuw was nr. 30 in een
reeks voor de vaderlandse geschiedenis. Ze waren zo populair en leerzaam
dat wij in de jaren 70 tijdens de opleiding tot schoolmeester nog werden
geschoold in het zo verantwoord mogelijk gebruiken van deze
schoolplaten. "Het is beter de plaat na de vertelling tevoorschijn
te halen en de leerlingen de plaat te laten aftasten op dezelfde wijze
waarop wij dit met dia's doen", schreef onze geschiedenisdocent
Gerrit de Jong in zijn didactische aanwijzingen in zijn boek "Kind,
school en geschiedenis" (Agon Elsevier, Amsterdam/Brussel 1971).
|
Pagina's
uit de handleiding stadsleven
bij de schoolplaat over koetsjes
Het
boekje bij de plaat bevatte de nodige achtergrondinformatie plus een
vertelling: Op theevisite bij een paar gezellige oude mensen. En dan was
het de bedoeling dat je die 20 pagina's ging navertellen. Kinderen
konden toen nog tijden naar zo'n vertelling luisteren. Al met al was je
hier wel een paar lessen mee zoet.
|
Amsterdam,
een wereldstad
Voor menig bezoeker was dit de eerste
kennismaking. Varend op het IJ, richting Centraal Station. Op de ansicht
wordt het beeld bepaald door de vrachtvaarders uit de tijd van de bruine
zeilvaart. Onder hen ook menig Friese beurtvaarder die met z'n handel
over de Zuiderzee een verdienste zocht en vond in de hoofdstad. De
skyline wordt beheerst door de contouren van het station (rechts) en de
Sint Nicolaaskerk (in het midden). Dit was ook de plek waar de
boten van de passagiersdiensten, waaronder de bekende Jan Nieveen uit
Lemmer, de stad binnenkwamen.
|
Mooi Amsterdam, het Damrak, in Fen Fryske Groun
5 aug. 1927
Groots is de aanblik van al die dekschuiten en andere schepen die vanaf de
Zuiderzee Amsterdam zijn binnengevaren. Er is zoveel op deze foto te
zien dat de redactie van het weekblad Fen Fryske Groun er op 5 augustus
1927 de kwalificatie Mooi Amsterdam aan meegaf. Al die bedrijvigheid
zorgt ervoor dat je ogen tekort komt. Je bent als het ware getuige
van de gonzende stad in vol bedrijf tegen de achtergrond van een
indrukwekkende gevelwand die ons nationale spoorbedrijf aan het oog
onttrekt.
Met
daarachter weer het IJ. Zo'n veertig jaar later
fotografeerde mijn vader of moeder mij met m'n zusje op de stoep bij de
rondvaartboten (zie de openingsfoto), links nog voor de
steigers met loodsen. |
Romantisch
doorkijkje op het Kolkje en de Oude Kerk
Op
22 februari 1958 haalde deze foto de krant. Hij is gemaakt op een van de
meest fotogenieke hoekjes van Oud Amsterdam. Het Kolkje is miljoenen
keren gekiekt met of zonder rondvaartboot. Maar zonder vind ik ze toch
het mooist en benadert het beeld de pure Amsterdamse architectuur met
haar kenmerkende, sfeervolle impressies. Op de achtergrond domineert de
Oude Kerk het beeld, terwijl rechts de pakhuizen zwaar leunen in het
grachtwater. Links een stoer vrachtwagentje dat de maximale
doorrijhoogte van drie meter weet te trotseren zonder schade op te
lopen. Het past maar net, zoals dat op wel meer plaatsen in de oude stad
het geval is. De Oudezijds Kolk is een smal grachtje die de Oudezijds
Voorburgwal verbindt met het Open Havenfront. De Kolksluis is een brug
in de Zeedijk over de Oudezijds Kolk. Het is een van de oudste bruggen
van Amsterdam. De Oudezijds Kolk, vaak afgekort tot: OZ Kolk, noemt men
van oudsher "Het Kolkje".
|
Lijnbaanssteeg
De
Lijnbaanssteeg in de Amsterdamse binnenstad, in de buurt
Burgwallen-Nieuw Zijde, gelegen tussen het Singel en de Spuistraat.
Tekening van Johannes Elsinga (1894-1963) uit het geïllustreerde Friese
weekblad It Heitelân van 16 oktober 1920.
|
Aan de Ertskade te Amsterdam
"De winkels zijn wat
ver en de schippersvrouw heeft 't druk. Dus komt de bakker-kruidenier
met zijn roeiboot de schepen voor de binnenvaart langs om zijn waar af
te leveren. Weer zoo'n echte greep uit het leven zooals onze reizende
fotograaf die herhaaldelijk voor de lens weet te krijgen", aldus de
redactie van de Katholieke Illustratie van 6 januari 1926.
|
De Nieuwe Vaart met
in
de verte (mogelijk) molen De Gooyer
Bedrijvigheid
aan een van de Amsterdamse grachten.
Bedrijvigheid
op de Amsterdamse Melkmarkt bij de Haarlemmerstraat
Bron:
geïllustreerd weekblad De Stad Amsterdam van 17 januari 1922.
Amsterdams
veer op het Rokin.
Op
de achtergrond is het filiaal van de firma J.H. de Bussy te zien
(destijds uitgeverij en boekhandel, boek- en steendrukkerij, binderij en
linieerderij, fabriek van cliché's, stempelinrichting en
advertentiekantoor). De firma werd in 1868 te Veenendaal opgericht. Het
hoofdkantoor was sedert 1883 gevestigd aan het Rokin 60-62 te Amsterdam.
Bron:
geïllustreerd weekblad De Stad Amsterdam van 23 mei 1930.
|
Damrak
De
demonstratie met de vliegende fiets speelde zich af op het Damrak ter
hoogte van het Beursplein, even voorbij het vermaarde Hotel Café
Restaurant De Roode Leeuw, Damrak 93-94. Bron:
geïllustreerd weekblad Fen Fryske Groun van 8 juni 1928.
|
Sint
Anthoniesbreestraat
Bron:
geïllustreerd weekblad De Stad Amsterdam van 23 augustus 1929.
Prins
Hendrikkade 35
Het
dagelijks leven aan de gracht in de jaren dertig
Bron:
geïllustreerd weekblad De Stad Amsterdam uit 1933.
Omgeslagen
zolderschuit in de Keizersgracht
Bron:
geïllustreerd weekblad De Stad Amsterdam van 29 november 1921.
De
Prinsengracht bij de Noordermarkt
Bron:
geïllustreerd weekblad De Stad Amsterdam van 29 november 1921.
Op
deze foto is rechts van het midden de N.V. Handelmaatschappij N.
Weinberg & Co. te zien. Het is onbekend aan welke gracht deze
gehuisvest was. Aan de lage kade te zien zou het de Lauriergracht kunnen
zijn.
Inmiddels is ons bekend dat het
hier
blijkt
te gaan om de Oudezijds
Achterburgwal.
De
firma Weinberg & Co. was gevestigd aan de Oudezijds Achterburgwal
31.
|
Amsterdam
bij Het Kolkje
Oudemanhuispoort
De
Oudemanhuispoort is een gebouwencomplex in Amsterdam tussen het Spui en
het Waterlooplein. Het is een van de hoofdlocaties van de Universiteit
van Amsterdam (UvA), voorheen genoemd de Gemeente Universiteit (GU).
Oorspronkelijk werd het gebruikt als bejaardentehuis voor mannen.
In het openbare deel van de Oudemanhuispoort is een dagelijkse
boekenmarkt. Deze markt is ontstaan in 1879 toen een destijds op de
Botermarkt (nu Rembrandtplein) gevestigde boekenmarkt werd opgedoekt en
de betrokken boekhandelaren een plaats in de Oudemanhuispoort konden
krijgen. Zij namen hun intrek in de vijftien zogenaamde winkelkasten. |
Zicht
op het IJ vanaf Amsterdam-Noord in 1929, op de achtergrond het Centraal Station.
De
Buiksloterweg in Amsterdam-Noord richting de ponten over het IJ in 1929.
Het
Tolhuis aan de Buiksloterweg 7 in Amsterdam-Noord.
Het
Westerdok
Het
Westerdok is een water en een straat in Amsterdam. Het ontstond in 1832
toen door aanleg van de Westerdoksdam en Westerdokseiland dit deel van
het IJ werd afgescheiden en daardoor ook geen eb en vloed meer kende in
het toen nog in open verbinding met de Zuiderzee staande IJ.
Aan de westzijde ontstond zo de omsloten watervlakte die nu Westerdok
heet. Aan de oostkant ontstond op soortgelijke wijze het Oosterdok. Het
Westerdok wordt aan de zuidzijde begrensd door de spoorlijn van het
Centraal Station richting Singelgracht en wordt aan de westijde begrensd
door het Bickerseiland (Westelijke Eilanden).
|
1
|
2
|
3
|
4
|
5
|
6
|
7
|
8
|
9
|
10
|
11
|
12
|
13
|
14
|
15
|
16
|
17
|
18
|
19
|
20
|
21
|
22
|
23
|
24
|
25
|
26
|
Home |